Afscheid genomen van Australië en op naar het volgende land. Zou het reizen daar net zo gemakkelijk gaan? Hoe zou het gaan met de taal barrière? En zouden we kunnen wennen aan de enorme hitte?
Om eerlijk te zijn hebben we geen van die vragen ons ooit afgevraagd. Met het reizen zijn we nu toch al weer 8 maanden bezig en dan is reizen meer richting dagelijks op en neer rijden naar je werk dan een vakantiereis. Je maakt daar niet echt een planning voor, je doet het gewoon. Over de taal hadden we ons nooit druk gemaakt, we waren eigenlijk zo enorm gewent geraakt aan het feit dat we ons overal goed verstaanbaar konden maken met Engels, dus waarom daar niet. En het weer? Gezien onze ervaring was het wel eens lekker om goed weer te hebben. Hoe warm kan warm nou zijn?
Nou daar zijn we achter gekomen na een vliegreis van 9 uur! Het eerste wat we merkte was de enorme benauwde hitte. En dan was het nog maar 2 uur ‘s nachts en moest de echte hitte nog komen. Het andere wat we merkte waren de vreemde tekens die ze hier schrift noemen. Daar is echt geen touw aan vast te knopen. Gelukkig hadden we een Thaise beschrijving bij hoe we bij het guesthouse konden komen, maar eerst maar een dutje gedaan op het vliegveld. We konden toch niet te vroeg inchecken en wat slaap om gelijk in het ritme te komen leek ons geen slecht idee.
Na ons kleine dutje zijn we richting de taxi’s gegaan om te vertrekken naar de grote stad. Gelijk even gevraagd hoeveel het ging kosten, achteraf bleek deze vraag direct een onderhandeling te zijn over de prijs. Onderweg kwamen we erachter dat er wel verkeersregels zijn in Thailand maar de regels are more what you’d call “guidelines” than actual rules.
Gelukkig kon de taxi chauffeur het guesthouse zonder al te veel problemen vinden. Daar de tassen gedropt en gekeken wat we wilde gaan doen. De nachtportier moest nog naar zijn tweede job en vroeg of we zin hadden om misschien naar China Town te gaan. Hij werkte daar in de buurt en we konden wel meelopen. Gezien wij Bangkok al hectisch vonden, sloeg China Town echt alles. Kleine kraampje in grote straten, in smalle steegjes, in iets wat ooit een steeg was maar nu een kraam is geworden met daar tussen door honderden mensen die Thais aan er roepen waren tegen elkaar terwijl er nog een scooter en een auto door heen komt en tegelijk vraagt er nog iemand of we een tuktuk willen hebben! Gekkenhuis! En dit was nog maar de ochtend, in de avond komen er nog veel meer eetkraampjes bij!
Om de drukte een beetje te ontvluchten zijn we naar Wat Traimit gegaan, de Boeddha van puur goud! Vroeger dachten ze dat het gewoon een gipsen Boeddha was, totdat een onhandige bouwvakker tijdens de verbouwing tegen aan kwam en het gips brak en ze erachter kwamen dat er puur goud onder zat (waarde is ruim €265 miljoen).
De volgende dag wilde we eigenlijk naar de markt gaan iets verderop, maar gezien het slechte weer hebben we maar gekozen voor het MBK (een enorm winkelcentrum). Voordat we daar kwamen moesten we eerst in onderhandeling met een taxi chauffeur (zucht…) en moesten we eerst langs een kleermaker (nogmaals zucht…). Aangezien we daar helemaal geen zin hadden, hebben we die kleermaker snel afgepoeierd met een goed verhaal en door gegaan naar het MBK. We konden ook nog even langs de juwelier gaan, maar dat zagen we echt niet zitten. Bij het MBK lekker rondgeslenterd en genoten van de fijne airco die daar aanstond.
Dag erna vroeg opgestaan om naar een Thaise kookcursus te gaan. We hadden bij het guesthouse al op papier laten schrijven hoe de taxi moest rijden en kregen de tip dat je moet zeggen dat ze op de meter moeten rijden, want anders wordt je afgezet waar je bijstaat (dat hadden we gemerkt…). De kookcursus was echt geweldig om te doen. Eerst de markt bezoeken en een beetje uitleg gekregen wat waar voor was en waar je op moet letten als je iets koopt, daarna alles voorbereiden en daarna kon het koken beginnen. Elke keer maakte we dan een gang, aten die op en gingen weer verder. Was een leuke, leerzame en voedzame besteding van onze dag.
Gezien het barst van de cultuur hadden we de planning om met de boot naar het paleis te gaan. Omdat er naast het paleis nog een enorme liggende Boeddha (Wat Pho) ligt, gingen we die eerst maar eens bekijken. Naast alleen de Boeddha is er ook nog een enorme tempel. Het durfde even voordat we daar door heen waren, maar was zeker de moeite waard. Nadat we buiten waren wilde we eerst nog even een wandeling maken die de lonely planet aanraden maar onderweg werden we al aangesproken door een vriendelijke Thai. Hij was buschauffeur en we hadden echt een enorme pech want het paleis was gesloten wegens een boeddhistische feestdag, maar gelukkig konden we wel met het kaartje van Wat Pho naar de 43 meter hoge Boeddha. Hij zou voor ons een tuktuk regelen voor een normale prijs en trend langs de TAT (Tourism Authority of Thailand). Bofde wij even, goedkope tuktuk en gratis naar een staande Boeddha! Aangekomen bij de TAT bleek het meer een veredeld reisbureau te zijn dan een toeristen informatie centrum (zoals we gewend wat in Australië…). Daar hadden we geen zin in en binnen enkele minuten stonden we al weer buiten. Op naar de staande Boeddha! Onze tuktuk zou op ons blijven wachten zodat wij even foto’s konden maken. Komen wij terug, is onze tuktuk al weg! Nog even gewacht, maar geen tuktuk meer te bekennen…
Toen maar gewoon teruggelopen naar de haven en een bootje gepakt (het systeem wat we wel snappen, staat gewoon een prijslijst en een route tabel.) om terug naar het guesthouse te gaan…
De volgende dag hadden we een fietstocht op de planning staan door het echte Bangkok. Dus niet het door toeristen overstroomde gedeelte, maar de andere kant van de rivier waar de Thaise wonen die dag in dag uit met de toeristen in de weer zijn. Smalle steegjes, rustige straten, eetkraampjes op elke hoek (dat is trouwens in heel Bangkok zo) en vriendelijke omaatje die aan het koken zijn. Tijdens de fietstocht nog een hoop geleerd over de gebruiken en over het feit dat toeristen vaak worden opgelicht. Zo wordt er vaak verteld dat het paleis is gesloten, terwijl die elke dag open is (Ohhh… :$)
De laatste dag in Bangkok zijn we een bezoek gaan brengen aan het paleis dat volgens tuktuk chauffeurs altijd gesloten is, onderwaterstaat of alleen toegankelijk is voor boeddhisten. Zonder al te veel problemen kwamen we binnen (moesten alleen even onze broek aanritsen, maar gelukkig werden we daar al veelvuldig op gewezen door mensen die kleren verhuurde…). Wat is dat paleis groot en wat zit er een hoop goud in verwerkt. Na het allemaal gezien te hebben zijn we terug gegaan naar het guesthouse om de tassen te pakken en onderweg te gaan naar het treinstation. Vanaf daar zouden we namelijk naar Chiang Mai gaan. De eerste paar taxichauffeurs wilde ons niet meenemen op de meter, dus die hebben we maar laten gaan. De derde vond het gelukkig geen probleem, maar na 3 bochten en 2 stoplichten gaf hij aan dat we er station al zagen liggen… Het parkeren van de taxi koste bijna nog meer dan de hele rit, maar ja, we waren wel op tijd op het station :D.
Recent Comments